top of page

Tips van een remigrant: Dobberen in de Algarve


In 2013 trok Willemijn Noordhoff naar de Algarve voor de goede golven. De fervent surfer raakte op slag verliefd en overwoog zelfs een permanente verhuizing. Inmiddels woont, werkt en studeert ze toch weer in Nederland, maar keert wel regelmatig terug naar haar favoriete stukje Portugal, als medeorganisator van surf- en yogareizen. De arts deelt haar geheime hotspots.

Decennialang zat de voordeur van Portugal op slot. Sinds 1933 was het land door de Estada Novo (Nieuwe Staat) afgesloten van de rest van de wereld. Toen in 1974 de militaire dictatuur werd opgedoekt, werd eindelijk een paradijselijk stukje aarde weer toegankelijk: de Algarve, het meest zuidwestelijke puntje van het Europese vasteland. Terwijl Portugal in rap tempo de overstap maakte van een agrarische naar postindustriële samenleving, ontpopte de Portugese kustprovincie zich eerst als toevluchtsoord voor Bhagwan hippies en daarna als goedkope vakantiebestemming. Inmiddels is de kustregio zeer populair bij toeristen en dat is geen wonder: de Algarve kent maar liefst 300 dagen zon per jaar, heeft 200 kilometer aan okerkleurige kuststrook en zo’n 100 gouden zandstranden met heerlijk warm water voor de deur — de Atlantische Oceaan is hier warmer dan elders.

Toch is de Algarve een vreemd eendje in de toeristische bijt. Want wie denkt dat de streek één groot toeristisch bolwerk is, heeft het volkomen mis. Voorbij het handjevol toeristische badplaatsen met luxeresorts ligt namelijk de échte Algarve. Die bestaat vooral uit het achterland dat wordt getekend door de drie bergketens Monchique, Espinhaço Cão en Caldeirão. Zij bestrijken het grootste deel van de provincie en beschermen de kust tegen de koudere noordenwind — en zorgen dus voor het bijzondere klimaat. Tussen de bergen vind je het aloude Portugese agrarische leven, compleet met slaperige dorpjes omringd door citrusbomen, kurkeiken, eucalyptusbomen en talloze wijnhuizen. Een groot deel van de kustlijn is een beschermd natuurgebied dat bulkt van de bijzondere planten. Daardoor trekken jaarlijks honderden soorten vogels naar de Algarve. Aan die kustlijn liggen ook talloze pittoreske vissersdorpjes en ongeschonden zandpareltjes, verstopt achter verlaten baaitjes, kleine inhammen of torenhoge, ruige kliffen. Het is op dit deel van de Algarve dat Willemijn Noordhoff verliefd werd.

In de Volkswagenbus

‘De combinatie van heel veel natuur, heel veel ruimte en hele goede golven: dat vind ik mooi aan de Algarve’, begint Willemijn. ‘Het is er prachtig. De mensen zijn ook vriendelijk en soms een tikkeltje filosofisch. En het eten is lekker en simpel. Je kunt hier echt het ontspannen gevoel van de endless summer ervaren. Eigenlijk is de Algarve een beetje het Californië van Europa; die oude hippiesfeer hangt er nog steeds.’ De 30-jarige Willemijn kan het weten. Ze vertrok na haar afstuderen van de artsenopleiding aan de VU Amsterdam met een vriendin naar de Algarve. ‘Tijdens die idyllische reis ben ik verliefd geworden op de streek. We leefden in een geel Volkswagenbusje en reden de hele kuststrook af, op zoek naar de beste golven. Elke dag stonden we op een ander strand, want dat mag hier gewoon. Het was een heerlijk leven, heel basic. En ik begon te twijfelen of ik in Portugal definitief wilde blijven, al miste ik wel de intellectuele prikkeling. Ook wilde ik mijn studie niet aan de wilgen hangen, dus ik heb gekeken of ik daar in een ziekenhuis kon werken. Het liefst in de buurt van Lagos, omdat deze stad het dichts bij alle surfspots ligt.’

Lagos is voor Willemijn dan ook de eerste, echte stop vanuit het vliegveld op Faro. De meeste toeristen laten zich door de bus afzetten in Albufeira, de grootste en bekendste stad van de Algarve, of in het eveneens toeristische Portimão. Maar volgens Willemijn is het beter deze drukke oorden te mijden en een auto — of camper — te huren en richting het westen te rijden. In een uurtje ben je dan in Lagos, een havenstadje met mooie pleintjes, oude kerkjes, straten versierd met Calçada Portuguesa (Portugees straatmozaïek met zwart-witte figuren en patronen) en huizen met kleurrijke azujelos (keramische tegels met prachtige patronen) op de gevels. Zoals bij vele steden in de Algarve is het historische centrum niet representatief voor de leeftijd van de stad. Lagos is volgens de geschriften al gesticht in 2000 voor Christus, maar heeft nauwelijks restanten van voor de 18de eeuw. Dat komt doordat in 1755 een grote aardbeving de Algarve grotendeels in puin veranderde. In Lagos vind je nog wel een deel van de 16de-eeuwse stadsmuren en vanaf dit punt zie je in één oogopslag al het schoon dat de Algarve te bieden heeft: uitzicht over een prachtig havenstadje, de kristalblauwe zee van de Baia de Lagos en de wilde natuur van het aangrenzende berggebied Monchique.

Het einde van de wereld

De Algarve dankt zijn naam aan de Moren, die de streek al-Gharb (het westen) noemden. Het staat bekend als het land van de ondergaande zon, omgeven door de Atlantische Oceaan. Het is dan ook een perfecte locatie voor allerhande watersporten. Duiken, zeevissen, paddleboarden, kajakken, waterskiën, zeilen, kite-, wind of golfsurfen: het kan allemaal in de Algarve. ‘Vooral aan de westkust heb je veel stranden waar je kunt surfen’, zegt Willemijn. ‘Je vindt er volop surfschooltjes, goede golven en het water is lekker warm. Maar je hoeft niet de hele tijd op je plank te staan. Je kunt ook heerlijk achter de branding liggen dobberen en genieten van de zonsondergang of het uitzicht op de enorme kliffen langs de kustlijn.’

De westkust is volgens Willemijn het mooiste deel van de Algarve. De hele westelijke kustlijn valt binnen het ruige, rotsachtige natuurreservaat Parque Natural do Sudoeste Alentejano e Costa Vicentina. Het begint bij de kaap van Sao Vicentina, waar de Portugese kust een hoek vormt en de beroemdste zonsondergang van Europa is te aanschouwen. De oude Grieken noemden deze kaap het einde van de wereld, de oude Romeinen vereerden de plaats omdat volgens hen hier de zon door de zee werd opgeslokt. ‘De westelijke kaap is nog nauwelijks ontdekt door toeristen, al wordt het wel wat drukker de laatste paar jaren. Je kunt nu bij Sagres en Costa Vicentina dus nog in alle stilte genieten van de mooie strandjes en de enorme kliffen, afgekalfd door de zee. Dit gebied is echt prachtig! Je kunt er geweldig surfen op hoge golven, maar er zijn ook hele heftige stromingen, daarom is zwemmen niet overal toegestaan.’

Hoewel de Algarve qua oppervlak vergelijkbaar is met Noord-Brabant, heb je volgens Willemijn minstens een week nodig om alle schoonheid goed te kunnen aanschouwen. Dat komt voor een deel omdat je die schoonheid zelf moet ontdekken. ‘Langs de westkust heb je mooie stranden zoals

Praia do Castelejo en Praia da Cordama, maar het is leuker om zelf verborgen strandjes te ontdekken. Velen staan niet op de kaart, dus je moet echt op ontdekkingstocht gaan. Daarbij moet je rekening houden dat de kaap en het westen van de Algarve een echt natuurgebied is, met vaak slecht begaanbare wegen. Sommige strandjes zijn daardoor niet alleen moeilijk te vinden, maar ook moeilijk over land te bereiken, zeker als het hard geregend heeft. Maar ze zijn wel de moeite waard!’

Natuurlijke bronnen, markten en windmolens

Na de ontdekkingstocht langs de ruige westkust, is het volgens Willemijn geen slecht idee om de natuurlijke bronnen van Monchique te gaan ontdekken. Het dorp ligt zo’n vijftien kilometer landinwaarts en is op 458 meter hoogte boven zee meteen één van de hoogstgelegen dorpjes van Portugal. Monchique staat bekend als een wellnessoord, met warme zwavelbronnen en een sanatorium in de nabijgelegen vallei Caldas de Monchique, maar is vooral een aandoenlijk dorpje met hobbelige straatjes vol kinderkopjes richting de berg omhoog slingeren. Vanaf de Serra Monchique heb je niet alleen een prachtig uitzicht over het golvende landschap, maar ook over de glinsterende Atlantische Oceaan.

De volgende stop moet volgens de arts Loulé zijn. ‘Een kleurrijke marktstad met hele oude, mooie windmolens.’ De stad is de toegangspoort tot het binnenland van Portugal en kent een levendige kunstnijverheidsmarkt die al sinds 1291 wordt georganiseerd. Natuurlijk vind je hier, zoals overal in de Algarve, volop producten die bereid zijn met zoete aardappels en vijgen. Daarnaast vooral veel aardewerk, manden en dekens, en een groot deel van die producten wordt nog volgens het eeuwenoude ambacht gemaakt. Dat maakt van de markt al een publiekstrekker, maar de Moors geïnspireerde markthal uit 1908, compleet met vier hoektorens die elk bekroond is met een islamitische halve maan, mag er ook zijn.

Op de terugreis naar het vliegveld in Faro raadt Willemijn nog een kleine omweg aan: Tavira, een prachtig plaatsje dat wordt omringd door amandel-, vijgen- en olijfbomen en dat maar liefst 37 kerken telt. Wie toch liever het water opzoekt, rijdt dan door naar het natuurgebied Ria Formosa, dat tussen Tavira en Faro ligt. Ria Formosa is een 60 km lange gordel van groene (schier)eilanden met witte stranden, endaarachter een blauwe lagune, vol zoute moerassen, slikken, schorren, zoutpannen, zandeilandjes en kanalen. Dit unieke stukje ongeschonden natuur is niet alleen een waar vogelparadijs, maar ook éen van de zoutwaterwonderen van Portugal. De meeste eilanden zijn alleen per boot te bereiken en minstens een bezoek per kajak waard.

Yogales voor artsen

Ook Willemijns reis eindigde uiteindelijk op de luchthaven van Faro. Want ondanks een aanbod van een streekziekenhuis in de Algarve, besloot ze uiteindelijk toch terug te keren naar Nederland. Ze werkte een tijdlang als basisarts in de kinder- en jeugdpsychiatrie in Alkmaar, maar de van oorsprong Amsterdamse verhuisde vorig jaar naar Scheveningen om dichterbij haar vriend, de golven en een nieuwe opleiding te zijn — al is Portugal nooit ver weg. ‘Ik volg nu de opleiding tot psychiater bij GGZ Rivierduinen, want ik wil de geestelijke en lichamelijke gezondheid gaan combineren. Dat vind ik interessant. Voordat ik aan de opleiding begon, ben ik negen maanden vrij geweest. Ik ben naar Portugal geweest, maar ook naar Indonesië, Sri Lanka en India. En ik heb een yoga-opleiding gedaan waardoor ik zelf ook kan lesgeven op yogaopleidingen. Nu geef ik tijdens speciale retreats in bijvoorbeeld de Algarve surf- en yogalessen, maar ik wil al die kennis gaan combineren. Samen met een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige werk ik aan een opleiding voor artsen en mensen in de gezondheidszorg die yoga willen implementeren in hun werk. Want dat kan de toekomst zijn: yoga als complementaire behandelvorm.’

De te ontwikkelen opleiding wordt, als het aan Willemijn ligt, ook gegeven in de Algarve; de ideale plek om het dagelijkse leven achter je te laten en je volledig te richten op nieuwe inzichten, omringd door een prachtige natuur. Ze heeft daarvoor al een villa in Lagos op het oog. Voor de arts zelf betekent het ook de perfecte manier om werk en vrijheid te combineren. ‘En om de rest van de Algarve verder te ontdekken!’

Andere schrijfsels
bottom of page