Een paradijselijke rondreis door de Schotse Hooglanden
Eind jaren tachtig scoorde het Schotse duo The Proclaimers een wereldwijde hit met I’m Gonna Be (500 miles). Sinds 2015 hoeven de Schotten die 500 mijl niet meer te lopen, want dankzij de opening van de North Coast 500 rijd je nu bijna moeiteloos langs de idyllische stranden, slaperige vissersdorpjes en woeste heuvellandschappen van het sprookjesachtige Noord-Schotland.
Schotland wordt één van de beste plekken ter wereld genoemd voor een roadtrip. Het land staat bekend om zijn ruige, schilderachtige natuur, rijke historie en verwelkomende inwoners. Toch zijn er maar weinigen die zich wagen aan het hoge noorden van Schotland, al komt juist hier de adembenemende schoonheid van Schotland volledig tot uiting. Sinds 2015 is er zeker geen reden meer om de bovenkant van Schotland over te slaan. In dat jaar werd de North Coast 500 Route afgerond, een weg die in een lus langs alle hoogtepunten van het hoge noorden gaat. De route van 500 mijl (516 mijl om precies te zijn, omgerekend zo’n 830 kilometer) is ontworpen door het North Highland Initiative, een non-profitorganisatie die door prins Charles is opgericht om zijn liefde voor de minder bezochte delen van de noordelijke Highlands met de wereld te delen.
De North Coast 500 biedt een roadtrip langs ongerepte natuur, kronkelende riviertjes, weidse vergezichten, sprookjesachtige kastelen, kleurrijke valleien en witte zandstranden. Eigenlijk is het een route langs het paradijs op aarde. Dat vindt althans Ben Albers. De huisarts woonde vier jaar lang in Schotland, waar zowel hij als zijn vrouw Esther Tanis de huisartsenopleiding volgden. Ben volgde zijn studie onder andere in Inverness en reisde de Hooglanden af voor waarnemingen, zelfs tot op de nauwelijks bevolkte eilanden van de Outer Hebrides. Hij trouwde zijn vrouw in 1998 in Schotland en samen gingen ze vervolgens op tandem op huwelijksreis door de Schotse Hooglanden. ‘Eigenlijk hebben we toen de North Coast 500 per fiets afgelegd’, zegt Ben. ‘Absoluut een prachtige route, die je van de spectaculaire westkust naar de dromerige oostkust brengt.’ In 2000 kwamen Ben en zijn vrouw terug naar Nederland om een gezin te stichten en een gedeelde praktijk in Vorden op te richten, maar hij gaat nog regelmatig terug naar zijn geliefde Schotland. ‘Het landschap, de ruimte en de ontzettend aardige, humoristische mensen blijven mij aantrekken.’
Byebye Nessie
De North Coast 500 is dan misschien nieuw, het landschap dat je doorkruist is eeuwenoud. De route loopt voornamelijk langs de Noord-Schotse kusten, om de Northern Highlands heen. Deze enorme bergketen vormt een woest gebied vol sporen uit de ijstijd, met gletsjerinhammen, sterk stromende rivieren en zoet- en zoutwatermeren. De bergketen is in de loop der eeuwen sterk geërodeerd en zo zijn nauwe, diepe dalen uitgesleten. Daardoor kent Schotland glens (nauwe valleien), afgeronde bergtoppen (cairns als ze geïsoleerd staan), diep ingesneden firths (grote baaien of zee-inhammen) en talloze lochs (langgerekte, zeer diepe meren). De route start en eindigt bij de stad Inverness en loopt eerst een stukje langs een smalle kloof van zo’n 160 kilometer lang; de Great Glen. Daarin liggen Loch Ness, Loch Oich en Loch Lochy. De Schotten hebben zelf het Caledonial Canal hieraan toegevoegd, een lange waterweg tussen Inverness en Fort William, die de Noordzee met de Atlantische Oceaan verbindt. Dit kanaal vormt ook de scheidslijn tussen het noorden en het midden van Schotland.
Het eerste fotomoment van de roadtrip is het befaamde Loch Ness, dat jaarlijks duizenden bezoekers trekt. Toch is dit niet het mooiste loch van Schotland volgens Ben. ‘Loch Ness trekt hordes toeristen dankzij Nessie, de grootste marketingtruc ooit. Maar het loch is niet heel speciaal. Inverness is wel een goede plek om de reis te beginnen. Het is een leuk stadje, één van de grotere steden van Noord-Schotland, en hier landen dagelijks twee KLM-vluchten. Wanneer je hier jouw reis start, scheelt dat ruim een dag rijden vergeleken met het meer zuidelijk gelegen en vaker gekozen Glasgow of Edinburgh. In Inverness huur je een auto - want met een stuur aan de linkerkant ga je minder gauw spookrijden - en rijd je richting de westkust. Als je daar de weg naar boven volgt, vind je de echt mooie lochs. Zoals de diepe inhammen rond Ullapool, waar je je bijna in Noorwegen waant.’
Vanuit Inverness kun je dus recht op Ullapool afrijden, maar dat is zonde. Zo mis je een hoop natuurschoon en prachtig Schots erfgoed. Ook wie braaf de North Coast 500 volgt, komt net niet langs de Eilean Donan. Dit kasteel is het uurtje omrijden zeker waard. Het ligt in een inham voor de Inner Hebrides, is omgeven door water en werd in 1260 gebouwd als bolwerk tegen de Vikingen. Ruim acht eeuwen later fungeerde de Eilean Donan als mobiel MI6-hoofdkantoor in de Bondfilm The World Is Not Enough en inmiddels is het het meest gefotografeerde kasteel van Schotland. Volgens de huisarts uit Vorden mag het kasteel dan ook zeker niet ontbreken op het to do-lijstje.
Rijden in de regen
Regen en Schotland gaan bijna niet zonder elkaar en vooral de westkust kan erg nat zijn. ‘Als je niet van regen houdt, dan kun je beter naar bijvoorbeeld Spanje gaan’, zegt Ben. ‘Al vind ik Schotland juist ook in de regen verschrikkelijk mooi.’ Bovendien valt die regen best mee: in sommige plaatsen aan de oostkust valt jaarlijks minder regen dan in bijvoorbeeld Rome. Daarnaast geldt dat de zuidwestelijke winden, die vanuit de Atlantische Oceaan worden aangevoerd, zorgen dat regen vaak snel wegtrekt. De winden klaren de lucht op en zorgen dat de zon volop de prachtige heuvels belicht. En wie een beetje oplet, ziet regenboog na regenboog verschijnen tussen de buien door.
De North Coast 500 is dus ook niet altijd een makkelijke rit. Niet alleen de wisselende weersomstandigheden kunnen veel energie vergen, ook loopt de route regelmatig over smalle en kronkelende wegen. Iedere hoek biedt daarentegen nieuwe fantastische vergezichten om te bewonderen, en even stoppen of spontaan overnachten is altijd mogelijk. Natuurlijk kun je in de kleine, wijdverspreide dorpjes op zoek gaan naar een B&B, maar wildkamperen is in Schotland ook toegestaan. Her en der vind je daarnaast bothies, leegstaande huisjes voor rondtrekkers waar je kosteloos kunt overnachten of schuilen.
Even pauzeren is zeker aangeraden voor degenen die tegelijk op whiskytour gaan. De Schotse Hooglanden staan immers synoniem voor whisky en met zo’n honderd distilleerderijen is er genoeg te proeven. Ben: ‘Aan de westkust vind je de turfachtige whisky’s, die zijn heel scherp qua smaak. Aan de oostkust heb je de mildere graanwhisky’s, die vind ik persoonlijk veel lekkerder.’ Volgens de huisarts moet er ook zeker gestopt worden bij bordjes waarop ceilidh (spreek uit: kay-ley) staat. Dit is Gaelic voor ‘bezoek’, maar het is veel meer dan dat. ‘Ceilidh is een samenkomst waar doedelzak en viool wordt gespeeld, waar verhalen worden verteld en waar traditioneel wordt gedanst. Dat laatste is niet heel moeilijk en de Schotten leren het je graag aan. Heel erg leuk als je daarin verzeild raakt.’
Ook de traditionele Burns Night is een aanrader. ‘Robert Burns is een 18de-eeuwse Schotse dichter en elk jaar wordt rond zijn geboortedag 25 januari een Burns Supper georganiseerd met gedichten van Burns op het menu, maar ook de traditionele haggis. Dat is de enige keer dat je het hoeft te proberen en daarna kun je het gerust laten staan. Zo’n Burns Night is een geinige traditie. Niemand leest Burns meer, maar het is een geweldig excuus om bij elkaar te komen en een kilt aan te trekken.’
Afwijken van de route
Voor de reis rond Noord-Schotland moet je minstens een week uittrekken, ook als whisky, Schots dansen of haggis niet op het programma staan. De North Coast 500 loopt bijvoorbeeld langs prachtige wandelgebieden, waarvoor je de auto af en toe echt moet laten staan. Zo is Lochinver de perfecte plek om naar de bergen Stac Pollaidh en Suilven te wandelen, om daar de schijnbare oneindigheid van de wereld te ervaren. Durness vormt dan weer het startpunt voor prachtige wandelingen naar de vuurtoren van Cape Wrath of naar de waterval in Smoo Cave.
Wie over de North Route 500 rijdt, kan niet anders dan lonken naar één van de bijna 790 eilanden die Schotland rijk is. Langs de westkust lopen de Outer Hebrides en de Inner Hebrides, waaronder Isle of Skye dat volgens Ben zeker een bezoekje waard is door de prachtige natuur. Wie sterk blijft en de Hebriden links laat liggen, rijdt voorbij Durness de noordkust op. Die kust is grotendeels eilandvrij, maar hier lonken de prachtige witte stranden rond Kyle of Tongue. Deze Schotse stranden worden weleens vergeleken met Caribische stranden dankzij het witte zand en de turquoise kleur van de zee. Toch vind je hier geen bakken toeristen, maar waan je je eerder op een verlaten wereld met alleen de wind als je compagnon. Bij surfstad Thurso wordt het al wat drukker en bij John O’Groats vind je vooral toeristen rond de bekende wegwijzer die de afstanden tot Orkney, Edinburgh, New York en Lands End (in Cornwall, het meest zuidwestelijke punt van Engeland) aangeeft.
Bij John O’Groats wordt het voor Ben het moeilijkst om op de North Coast 500 te blijven. Boven het noordelijkste puntje van het Schotse schiereiland liggen van zuid naar noord de Orkney-eilanden en de Shetland-eilanden. Sommige zijn echte toeristische trekpleisters, anderen zijn een verlaten vogelparadijs of een uitvalsbasis voor booreiland-medewerkers uit de Noordzee. De Orkneys vindt de huisarts het allermooiste deel van Schotland. ‘Deze eilandengroep is echt waanzinnig. In tegenstelling tot de rotsachtige, woeste en ruige eilanden in het westen, waar bijna niets groeit, zie je hier een prachtige, rijke begroeiing. De Orkneys zijn lekker groen en hebben daardoor ook veel meer dieren, waaronder een heleboel koeien. Veel eilanden hebben enorm hoge kliffen met papegaaiduikers en andere bijzondere vogels. Enig nadeel is dat het onwaarschijnlijk lastig is om op veel Orkney-eilanden te komen. Maar als je er bent, dan voelt het echt als hemel op aarde.’
Golven en kastelen
De terugweg langs de oostkust, van John O’Groats naar Inverness, wordt weleens vergeten. De natuur is hier minder spectaculair, maar alleen al de eeuwenoude kastelen maken ook dit deel van de North Coast 500 de moeite waard. Het Castle of Mey ligt nog net voor John O’Groats, hier bracht de Queen Mother haar zomers door tot in haar dood in 2002. Op de route langs de oostkust passeer je eerst Wick. Op de kliffen ten noorden van dit spookachtige havenplaatsje ligt het verwoeste, maar toch indrukwekkende 15de-eeuwse kasteel van Sinclair Girnigoe. Ooit was dit één van de belangrijkste kastelen van de Hooglandse adellijke clan Sinclair. Dichterbij Inverness ligt het enorme Dunrobin Castle in Sutherland. Dit oorspronkelijk 13de-eeuwse kasteel kreeg zo’n tweehonderd jaar terug een Franse make-over, wat vreemd oogt in het ruige Schotse landschap. Bovendien schijnt het te spoken op de bovenste verdiepingen.
Maar wie Schotland zegt, zegt vooral ook golf. Want dit is de geboorteplaats van de sport. En juist aan de oostkust vind je de meeste en mooiste golfbanen van Noord-Schotland. Bij de Royal Dornoch wordt de sport al sinds 1616 beoefend, maar huisarts Ben raadt een andere club aan. ‘Zelf heb ik niks met de sport, maar ik ga wel graag naar de Fortrose & Rosemarkie Golf Club. Niet om een balletje te slaan, maar om dolfijnen te kijken. Die golfbaan loopt namelijk helemaal tot het Chanonry Point, een dun stuk rotskust dat uitstrekt in zee. Samen met Fort George aan de overkant vormt het land hier een poort naar Inverness. En daartussen zwemmen de dolfijnen graag. Wie liever zeehonden spot, kan even verderop bij de baaien van Cromarty kijken. Een nachtje in dit idyllische plaatsje is bovendien de ideale laatste stop voordat je de North Coast 500 afrijdt en weer op het vliegtuig in Inverness stapt. Hier vind je een waardige, rustige afsluiting van een prachtige rondreis.’
Beeld: North Coast 500
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Geniet, de ontspanningsbijlage bij artsenblad Medisch Contact.