top of page

After LL13-dip

Ik geef Nick Cave de schuld met z’n verdomde Murder Ballads. Als ik dat album nooit had gehoord, dan was het veel beter met me vergaan. Althans, vorige week...



Het was een mooie Lowlands geweest, mijn zestiende aflevering. Een unicum: zonder files de parkeerplaats op, zonder tergend langzame wachtrijen het terrein op. Het was een kwestie van de juiste afslag nemen, bagage meeslepen en direct het ticket tonen bij de ingang. Nog geen half uur na aankomst stonden onze tenten. Er werden wat knakworsten verwarmd en ik haalde mijn eerder bereide cocktailfles tevoorschijn. We aten, we toostten en we dronken. Er werd zelfs nog wat gedanst in de 24-uurstent, al heet die tent allang niet meer zo.



De eerste dag begon oké met The 1975 en Tame Impala. Na wat rondzwalken kwam het eerste hoogtepunt: het formidabele optreden van Hurts. Zelden heb ik een zanger zo steevast steengoed horen zingen. De eerste grootse LL13-glimlach was een feit. De dag eindigde met een misschien wel grotere glimlach dankzij Nine Inch Nails. Half hardop neuriënd - “I wear this crown of shit” - liep ik tevreden richting 24-uurs-douches, om vervolgens gelukzalig mijn slaapzak in te rollen.



De zaterdagochtend zou aanvangen met Tai Chi en ballet. Die plannen zag ik langzaam in het water vallen. En dat lag niet eens aan de regen: soms ben ik zo sociaal dat ik op anderen wacht. Daughter dan als opening. Alsnog een rustig en vooral lief begin van de dag. Daarna was het tijd om de Belgen te steunen: Balthazar luisteren, terwijl aan de rugspieren werd gewerkt op Alpha-heuvel. Na die ligsessie was het lichaam meer dan klaar voor de gabberbeats van The Opposites. Voor de balans liet ik Michael Kiwanuka mij daarna tot rust brengen. Na de shock van Miles Kane - chemisch aangewakkerde arrogantie -, at ik wat bij Empire of the Sun en liet ik mijn booty shaken bij Buraka Som Sistema en Major Lazer. Het was een mooie balansdag. Toch eindigde dag 2 met extra rimpels en een belofte aan mezelf: nooit meer zal ik de übertheatrale kunsten van Editors bekijken. Wat een show, wat een waste of money - en mijn tijd.



Toen kwam de finale: de laatste dag van mijn zestiende Lowlands-avontuur. De tent werd vast opgeborgen en de Kodaline-deadline werd gehaald. Ik was gerust. De regen bleef weg, de loempia’s waren even goed als vorige keer en Franzje kwam eraan. Zorgeloos, maar lichtelijk verveeld zat ik bij Noah & The Whale en liep ik heen en weer tussen toiletten tijdens Bat for Lashes. Ik maakte me klaar voor het finale hoofdstuk van dit avontuur: Alabama Shakes - that’s my jam! -, Foals, Franz, The Knife en Nick en kornuiten. Dat hoofdstuk verliep eveneens niet geheel zoals gepland. Tot mijn grote verbijstering liepen mensen massaal weg bij Alabama Shakes, Foals werd overgeslagen door de gigarijen bij Franz en plots stond ik met een Trivial Pursuit-kaart - gekregen van mijn buurman - in mijn hand voor de hekken bij de Alpha.



Die kaart werd snel weggestoken zodra de Franz-rijen in beweging kwamen. Ik verwachtte een uitzinnige massa en wild gedans. Het werd echter een kwestie van meedeinen met de melige menigte, even slordig zingen als zanger Alex en af en toe wegduiken voor het handjevol crowdsurfers. Good fun, dat wel. Maar: ik heb ze weleens - wel vaker trouwens - beter gezien. Desondanks liep ik tevreden op The Knife af, luisterde een paar nummers, haalde een hamburger - slechter dan vorige jaren -, een ranzige rode wijn en stond klaar voor Nick Cave en zijn Bad Seeds. Mijn gezelschap halveerde zich en toen maakte ik een grove fout: ik pakte mijn regenponcho en spreidde hem uit over een bescheiden stukje Alpha-heuvel. Ik liet mijn gammele lijf op het met plastic afgeschermde stukje aarde zakken. En toen rees de kou van mijn billen tot mijn keel.



Twee dagen later zat ik met de gebakken peren. Ik was verkouden en niet te zuinig ook. In een kleine week heb ik vrijwel een heel pak Hema-zakdoeken weggesnoten. Praten kon alleen na een ernstige gorgel- en hoestsessie. Helder nadenken was meer dan een stap te ver voor me. Eén ding werd wél helder. Als ik dit 33-jaar-oude lijf niet had meegesleept naar Nick en kornuiten, mijn vermoeide derrière niet had geplaatst op die poncho, dan had ik niet een weeklang zitten snotteren met één van de beste albums van de jaren negentig op de achtergrond. Op repeat, want die bloedmooie teksten kwamen niet in één keer binnen. Damn you, Nick Cave, met je verdomd mooie klanken en teksten. Damn you.



- kuch -

Andere schrijfsels
bottom of page